Jungle Trek

19 april 2016 - Mueang Chiang Mai District, Thailand

Zaterdagmorgen vertrokken voor onze jungletrek. Weer zoiets waarvan ik dacht dat het iets ging zijn wat ze deze arme toerist hadden aangesmeerd. Het draaide even anders uit. De gids had ons de avond voordien gezegd dat we met zeven zouden zijn. We pikken inderdaad een Franse familie van 5 op, echte Ardèchois. Koppel met drie zonen, sympathiek volk Dan allemaal op 2 bankjes in de laadbak van een open pick-up truck. Redelijk krap, tot ze daar plots, onvoorzien, 3 authentieke jonge Parisiennes bij steken. Man toch, zéér aardige dametjes, maar die hunnen tetter stond niet stil. Na Drie uur rijden, we stoppen even voor een te beperkte lunch, worden we midden in een jungle gedropt. Bloedheet, steil naar boven. Geen 10 minuten of mijn wederhelft (ik mag ni meer "die van ons zeggen", de zaag) krijgt een hitteslag. Gene stap komt die nog vooruit. Maar ze kan geen kant op en moet mee verder. Ik begin me te ergeren en besluit dan maar ook haar rugzak te dragen. Zwaar mannen! Hier zal ze ooit voor boeten. Tegen valavond aangekomen in eerste dorp om te overnachten. Een dorp in deze jungle telt een huis of vijf. Weer te beperkt avondeten, en we krijgen rijst! weeral rijst. De rijst begint hier mijn strot uit te komen. Het wordt ons duidelijk dat er maar eten werd meegenomen voor de initiële 7 man, dus niets extra's voor de 3 Parisiennekes. Delen dus. Maar het is ze vergeven, want het is lachen met die grieten. Maar den deze heeft honger. Gelukkig hebben ze in die dorpjes bier. Hier is dat dus nen echten dagschotel. Na te hebben geslapen, allemaal samen op een houten vloer, ga ik om 5 uur douchen, nu ja, een stuk tuinslang op een hoogte van 1m50, in een houten barakske, waar water van het riviertje uitkomt. Ontbijt: 1 eitje en 4 toastjes met confituur. Ik sterf. Ik neem alvast de gids terzijde en zeg hem vriendelijk dat wanneer hij me deze middag rijst serveert, hij de jungle nooit levend zal verlaten! Tegen de middag arriveren we in een dorp waar we op de olifanten moeten. Ik had gedacht uit te komen in een olifantenkamp, met hopen toeristen, niet dus! Er zijn 4 olifanten, die los rond lopen nabij en rond het dorp, en die ze dus eerst nog moeten zoeken. Gelukkig kan zulk een beest zich niet verstoppen achter een boompje. Ze worden gezadeld en off we go. Heet en ongemakkelijk, zeker wanneer ze afdalen op te smalle steile paadjes. Echt vasthouden dan met alle macht. Na een klein uurtje maakt onze gids de lunch. Soep met noodles. Hij heeft het begrepen, geen rijst. Maar het blijft bij de soep. Ik sterf nog een beetje meer. In de namiddag besluit de gids voor zij die het moeilijk hebben, ze beter met een bamboeraft naar de volgende slaapplaats kunnen. Die van ons, één Parisienneke en de jongste zoon (12) van de familie gaan met het vlot. (morgen zal ook voor de rest blijken dat een tocht met zulk een bamboeraft niet echt een rustig tripje is). De rest te voet voor een nieuwe 3 uur stappen. Ondertussen nemen de junglebranden verder toe, en hangt er overal rook. Spontane ontbranding door de hitte van vooral de vegetatie tussen de bomen. Slechts een enkele keer gaat een boom mee in de vlammen op. Onderweg raken we ingesloten in enkele branden en moeten we met takken met veel bladeren aan het vuur doven om verder te kunnen. Heet man, onbeschrijflijk. Bij ons, en ook voor de Fransen, zou nationaal reeds het rampenplan worden afgekondigd, maar niet zo in dit stukje Thailand. Ik vraag de gids of hij de overheid niet moet verwittigen, maar ik krijg het standaardantwoord: "no problem". We bereiken, nog net voor de drie op het vlot, helemaal uitgerookt en half geroosterd het dorp. Geen douche deze keer, maar alleen de rivier. We nemen dus met 10 samen een bad. We eten rijst en gaan vroeg slapen. De laatste dag gaan we allemaal met bamboerafts naar het eindpunt. De rafts moeten nog worden gemaakt, en er is onze gids en nog één dorpsbewoner, 2 rafts dus voor 10+2 man, te weinig maar geen keuze. En er staat vanwege de uitzonderlijke droogte weinig water in de rivier. Wat een tocht van 3 uur had moeten zijn, wordt er één van 6 uur!!!!!! Ik vertel jullie even dat zo een raft enkel met bamboestokken en bamboevezels wordt gemaakt en zo een 8 meter lang is. Ze hebben niks anders voor handen. De 2 mannen, ik en Eric de Fransman, moeten achteraan op het vlot navigeren, de gidsen vooraan. Het wordt een tocht van afzien en genieten. Afstappen, vlot opheffen, weer erop, stuk zwemmen, vlotten herstellen (te hard tegen de rotsen verbrijzelt een bamboe), opnieuw sjorren want ook dat begint te lossen. De laatste uren eist de honger echter zijn tol en ook de gidsen krijgen het zwaar. Er zijn er die opstandig worden. Ik kan ze begrijpen want je handen en voeten liggen open van de rotsen wanneer je het water in moet, want de stroming is toch aanzienlijk, snijwonden ook van de bamboe, honger, dorst, enz.... Na 6 uur arriveren we aan onze pick-up, we eten noodles, drinken een paar liter bier. 3 uur later arriveer ik 5 kilo lichter in het hotel. Ik neem een douche, spring in een tuktuk, en laat me droppen in de McDonald. Tegen mijn principes, maar fuck them, ik heb honger en wil geen rijst of noodles. We lopen nog even in de stad en koop me nog een heerlijk crèmeke. En dan slapen. Tot morgen, dan ga ik een goei filet pureke eten!

Foto’s